Bij het Nederlandse leger wordt sinds het einde van de vijftiger jaren een logistiek systeem gebruikt naar Amerikaans model. Het belangrijkste onderdeel hiervan is wel het artikel codificatie systeem, beter bekend als NATO codificatie systeem. Dit is gebaseerd op twee standarisatie overeenkomsten (STANAG's), te weten STANAG 3150: uniform systeem van bevoorradings classificatie en STANAG 3151: uniform systeem van artikel identificatie.
Dit houd het volgende in:
- Ieder bevoorradings artikel heeft een uniek nummer (1 artikel = 1 nummer)
- Het Nationale Codificatie Bureau (NCB) van het producerende land codeert (geeft nummer) de bevoorradings artikelen die door dat land geproduceerd worden. Dit is onafhankelijk van het feit of dit land ook de eindgebruiker van het artikel is. Dit is zelfs van toepassing als het producerende land het artikel zelf niet gebruikt.
Wat is nou zo speciaal aan het Nato Stock Number ? Een voorbeeld: een verpakking is voorzien van het bovenstaande NSN. Conlusie:
- 59xx-xx-xxxxxxx = elektrisch/elektronisch artikel
- 5905-xx-xxxxxxx = weerstand
- 5905-00-xxxxxxx = geproduceerd in de VS
- 5905-00-7345199 = laatste 7 cijfers zijn het unieke nummer van dit artikel
Zonder een artikel te zien kun je al in grote lijnen bepalen wat het is, dit kan (soms) voorkomen dat je in plaats van een boutje een Leopard tank besteld...
Voor uitgebreidere informatie kun je kijken op de website van de NATO.